De Toneelmakerij
Inleiding
De Toneelmakerij streeft ernaar een nationaal, interdisciplinair huis voor jeugdkunst van internationale allure te zijn. De organisatie wil uitdagend jeugdtheater maken voor iedereen die opgroeit in onze snel veranderende wereld. De jeugdvoorstellingen die zij voor ogen heeft, zijn eigenwijs, gemaakt ‘op de hartslag van de stad’ en hebben een (inter)nationale reikwijdte. De Toneelmakerij wil de dialoog stimuleren en haar bezoekers inspireren om de wereld en elkaar tegemoet te treden met een nieuwsgierige blik, een kritische geest en een warm hart. Daarbij geeft het gezelschap aan uitnodigend, actueel, vooruitstrevend, zelfverzekerd en zorgvuldig te willen zijn. Tevens zet de Toneelmakerij zich in om een nieuwe generatie jeugdtheaterprofessionals op te leiden. De organisatie wil door nieuw repertoire te creëren bijdragen aan het discours over nieuwe dramaturgie, gendergelijkheid en diversiteit.
In de periode 2025-2028 wil de Toneelmakerij zoveel mogelijk kinderen en jongeren bereiken, waarbij met name een groter bereik aan leerlingen op het vmbo wordt geambieerd.
In coproductie met een artistieke partner zal de Toneelmakerij jaarlijks produceren voor de grote zaal. Met flexibele laagdrempelige instapvoorstellingen op scholen, in buurthuizen en bibliotheken wil de Toneelmakerij nieuw publiek bereiken. Met technisch innovatieve producties voor de doelgroep 14+ wil de organisatie haar artistieke en technische expertise en mogelijkheden vergroten.
De Toneelmakerij bouwt verder aan zowel korte intensieve schrijftrajecten als meerjarige verbintenissen voor de realisatie van nieuw jeugdtheaterrepertoire. Samen met Theater De Krakeling, het Bijlmer Parktheater, de Meervaart en Danstheater AYA richt de Toneelmakerij UP NEXT op, een platform voor talentontwikkeling van nieuwe jeugdpodiumkunstenaars.
De Toneelmakerij ontvangt een vierjarige subsidie 2021-2024 binnen het Kunstenplan van € 1.112.679 per jaar (incl. indexatie 2024).
Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 1.110.564 per jaar in het kader van het Kunstenplan.
Artistiek belang
De commissie beoordeelt het artistiek belang als zeer goed.
De commissie vindt dat uit het plan een herkenbare en onderscheidende artistieke signatuur naar voren komt, die vooral tot uiting komt in de gerichtheid van het gezelschap op meerstemmig theater voor kinderen en jongeren, waarbij tekst de basis vormt. De commissie ziet deze signatuur ook duidelijk terug in de keuze van de Toneelmakerij om nieuw repertoire op te voeren, met meerstemmige verhalen die expliciet actuele onderwerpen agenderen en die vaak op een luchtige manier gebracht worden.
De commissie is van mening dat deze artistieke signatuur op overtuigende wijze vertaald wordt naar de producties voor komende periode, die zij zonder enige uitzondering tot de verbeelding vindt spreken in zowel thematiek als vorm. Inspiratiebronnen als Star Wars voor de productie Space Invaders, over hoe verschillende generaties zich tot elkaar verhouden, en gaming voor de productie In Real Life/GTA6 die over mentale gezondheid gaat, vindt de commissie interessante invalshoeken brengen. De onderwerpen vindt de commissie actueel en urgent en ook vindt zij dat deze speels en spannend worden gebracht. De commissie constateert dat het palet aan betrokken makers en coproducenten als Timothy de Gilde, Mohamed Aadroun en ROSE stories veelzijdig is en past bij de meerstemmigheid die een van de kenmerken van de artistieke eigenheid is.
De Toneelmakerij reflecteert goed op de artistieke ontwikkeling in de afgelopen periode en het plan bouwt hier volgens de commissie overtuigend op voort. De commissie vindt dat de gedurende 35 jaar opgebouwde expertise van de Toneelmakerij sterk naar voren komt. Tegelijkertijd ziet zij dat de organisatie zich bewust is van de tijdgeest en daarbij aansluit met nieuwe ontwikkelingen. Zo zet de Toneelmakerij de komende periode verder in op innovatie door het gebruik van nieuwe technologie in het theater. Daarnaast gaat men door op de recent ingeslagen weg van radicale openheid, waarbij de voorstellingen tot stand komen in artistieke dialoog met uiteenlopende professionals, zowel binnen als buiten de kunsten. In de komende periode gaat het gezelschap met het oog daarop werken met onder meer sensitivity readers, psychiaters, AI-kunstenaars, wetenschappers, hackers en ecologen. De commissie vindt deze werkwijze lovenswaardig.
De commissie vindt duidelijk wat de Toneelmakerij teweeg wil brengen bij zowel leerlingen die schoolvoorstellingen bijwonen als bij bezoekers van de vrije voorstellingen. De Toneelmakerij geeft aan met haar voorstellingen kinderen en jongeren te willen aanmoedigen om zichzelf en de ander te ontmoeten en hun wereld te openen. De commissie vindt dat de producties aansprekend zijn voor het publiek omdat de Toneelmakerij een fantasierijke uitwerking geeft aan thema’s die aansluiten bij de doelgroep, zoals mentale gezondheid en de digitale wereld. Daarbij kiest de Toneelmakerij voor aantrekkelijke vormen van theater, met links naar popcultuur en reallife gaming.
De educatieve randprogrammering bestaat uit onder meer reflectieve interdisciplinaire workshops en filosofische gesprekken, die met deskundigen uit bijvoorbeeld de jeugdhulp tot stand komen. Dat geeft deze programmering volgens de commissie een verdiepende meerwaarde voor het publiek.
De commissie vindt de Toneelmakerij overtuigend van artistieke betekenis voor de stad in de wijze waarop het gezelschap verantwoordelijkheid neemt voor talentontwikkeling van makers en schrijvers op gebied van jeugdtheater. Dit doet zij met onder andere schrijverstrajecten voor nieuw jeugdrepertoire en het talentontwikkeling platform UP NEXT, in samenwerking met De Krakeling, het Bijlmer Parktheater, De Meervaart en Danstheater AYA. De Toneelmakerij levert volgens de commissie op die manier een grote bijdrage aan zowel het makersklimaat in de stad als aan de ontwikkeling en verbreding van jeugd- en jongerentheater in de stad en de rest van het land.
Belang voor de stad
De commissie beoordeelt het belang voor de stad als goed.
De commissie vindt dat er een duidelijke visie op het bereik in de stad uit het plan spreekt.
De Toneelmakerij onderscheidt haar doelgroepen als familiepubliek, schoolpubliek en professionals. Deze vindt de commissie weliswaar passend bij de activiteiten en bij de ervaring van de organisatie, maar ze vindt de indeling vrij generiek. Door de doelgroepen meer te differentiëren zou het gezelschap gerichter kunnen opereren. De commissie constateert dat er per productie wel gedetailleerder aangegeven wordt voor welke leeftijdscategorie deze zijn bedoeld. Daarmee geeft het plan ook blijk van kennis van en inzicht in de doelgroepen.
De doelgroepen voor de komende jaren sluiten volgens de commissie goed aan bij het door de Toneelmakerij opgebouwde publiek en daarmee ook bij de doelstelling om langdurige relaties met publieksgroepen op te bouwen. Daarnaast ziet de commissie dat de Toneelmakerij ernaar streeft het bereik te vergroten met nieuw publiek, met name young adults (14+) voor de vrije voorstellingen.
De aard en omvang van de doelgroepen vindt de commissie logisch aansluiten op de aard en omvang van de activiteiten. Er wordt samengewerkt met STIP theaterproducties, dat een goede partner is voor de afzet van de voorstellingen. Ook beschikt de organisatie over een uitgebreid en duurzaam netwerk van scholen. De commissie vindt de beoogde publieksaantallen daarom realistisch en in lijn met voorgaande periode.
De commissie vindt de aanpak voor het bereiken van de beoogde doelgroepen passend en onderbouwd. Voor de vrije voorstellingen richt de Toneelmakerij zich enerzijds op de volwassenen die vaak de kaartjes kopen voor de jonge doelgroep. Interessant vindt de commissie de gerichte inzet op influencers vanuit diverse kanalen, zoals momfluencers, De Jonge Turken, Cestmocro en Surinamers Be Like. De Toneelmakerij wil young adults (14+) aanspreken door inclusief taalgebruik en met pruitingen met een sterke humoristische beeldtaal die bij de doelgroep past. Daarnaast ziet de commissie dat de organisatie investeert in de professionalisering van social media en daarbij ook jongeren betrekt om content te maken.
Voor de schoolvoorstellingen kan de Toneelmakerij bouwen op een duurzaam netwerk van scholen waar ze contact mee heeft en werkt ze verder aan het opbouwen van een community van geïnteresseerde leerkrachten.
De commissie vindt dat de Toneelmakerij een zeer adequate en goed onderbouwde bijdrage levert aan spreiding van activiteiten en publiek in de stadsdelen Noord, NieuwWest en Zuidoost en dit goed onderbouwd. De Toneelmakerij speelt de vrije voorstellingen in De Krakeling in West en ITA in Centrum. De stadsdelen Noord, Nieuw-West en Zuidoost bedient het gezelschap met het educatieve programma en de schoolvoorstellingen. In de komende periode wil de Toneelmakerij scholen in deze stadsdelen verleiden tot een eerste boeking. Met het oog daarop biedt zij de toegankelijke, makkelijk op locatie op te bouwen instapvoorstellingen aan, die ook voorzien zijn van een voorleesboek. De commissie vindt dit een toegankelijke en aantrekkelijke aanpak. De Toneelmakerij gaat deze instapvoorstellingen behalve op scholen ook spelen in buurthuizen en bibliotheken in de wijken. De commissie heeft vertrouwen in de haalbaarheid hiervan, gezien de ervaring van de Toneelmakerij in het bereiken van scholen.
Onder de noemer TM Amsterdam maakt de Toneelmakerij jaarlijks een locatievoorstelling waarbij ze het podium geeft aan inwoners in de stad, bijvoorbeeld in het AZC in Nieuw-West in samenwerking met Stichting de Vrolijkheid en in Noord in samenwerking met Leefkringhuis en de Voedselbank. De commissie constateert dat er al lang lopende samenwerkingspartners in de stadsdelen zijn, zoals het Bijlmer Parktheater en De Meervaart. Zij vindt dat dat getuigt van en bijdraagt aan het draagvlak in de stadsdelen voor de activiteiten die de Toneelmakerij daar onderneemt.
Diversiteit & inclusie
De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als voldoende.
De Toneelmakerij wil meerstemmige voorstellingen maken en de dialoog stimuleren om zo tegenwicht te bieden tegen polarisatie en hokjesdenken. De commissie maakt hieruit op dat de organisatie zich bewust is van de noodzaak om te werken aan diversiteit en inclusie, maar vindt dat het plan op dit punt een overtuigende visie mist. De commissie constateert dat de raad van toezicht divers van samenstelling is, zowel in geslacht als in leeftijd en culturele achtergrond. Het plan bevat geen reflectie op diversiteit en inclusie in relatie met de kernorganisatie, maar geeft wel aan dat er gewerkt wordt met divers samengestelde artistieke teams en spelersgroepen. Ook beschrijft het plan summier wat er in de afgelopen periode op het gebied van een diversiteit en inclusief aanbod en publieksbereik is gerealiseerd. Met In Kleur, een jaarlijks programma rond Keti Koti, is er jeugdrepertoire over het koloniale verleden gemaakt. Samenwerking met maker Sadettin Kirmiziyüz leverde een succesvol 1000+1 Nacht op. Om de toegankelijkheid voor publiek met een beperking te verbeteren, werkte de Toneelmakerij in de afgelopen periode met gebarentolken en meet & feel- programma’s. De commissie had echter op deze stappen meer concrete reflectie willen lezen, zodat duidelijker was geworden wat deze stappen de organisatie hebben gebracht, hoever de organisatie is gekomen met de uitvoering van het Actieplan Diversiteit en Inclusie van afgelopen periode en welke keuzes en concrete doelstellingen voor de komende periode hieruit voortvloeien.
De Toneelmakerij verwoordt een volgens de commissie concrete en op veel punten overtuigende aanpak op het gebied van diversiteit en inclusie ten aanzien van aanbod, bereik, partners en organisatie. Een belangrijk thematisch uitgangspunt voor de voorstellingen van de Toneelmakerij is nieuwe stemmen. De Toneelmakerij kiest voor verhalen van verschillende gemarginaliseerde groepen. De commissie vindt lovenswaardig dat hierbij niet alleen de focus ligt op biculturaliteit, maar dat er ook aandacht is voor sociale klasse, neurodiversiteit en andersvaliditeit. Dat is bijvoorbeeld te herkennen in de voorstelling Sick, over chronische pijn, en in producties in het kader van Keti Koti. De Toneelmakerij betrekt ook makers die andere stemmen representeren, zoals Bodil de la Parra. De commissie constateert dat de organisatie aandacht blijft besteden aan de toegankelijkheid voor publiek. In het plan is sprake van inclusieve communicatie en samenwerking met passende partners, zoals Komt het Zien! voor de inzet van gebarentolken en de Voedselbank en Stichting de Vrolijkheid voor het project Alle kinderen naar theater in het kader van kansengelijkheid. Ten aanzien van de organisatie vindt de commissie de aanpak minder overtuigend. De Toneelmakerij geeft aan te investeren in diversiteit op de werkvloer door niet alleen de usual suspects op te leiden. De commissie mist op dit punt een concrete uitwerking.
Uitvoerbaarheid
De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als goed.
De Toneelmakerij geeft een volgens de commissie heldere visie op de bedrijfsvoering in de komende periode en hoe de organisatie wil omgaan met mensen en middelen, gebaseerd op basis van een goede reflectie op de bedrijfsvoering in voorgaande periode. De organisatie beschrijft dat er onder leiding van de nieuwe directie is gewerkt aan een hecht en divers team, waarmee opnieuw de kern- en gedragswaarden van het gezelschap zijn bepaald. De Toneelmakerij geeft daarbij goed aan op welke schaal en binnen welke context ze opereert. De organisatie zet de komende periode in op een stevigere bedrijfsvoering met meer menskracht. Hoe de teams zijn ingericht is helder beschreven en de werkwijze voor komende periode geeft de commissie vertrouwen. De Toneelmakerij heeft uit afgelopen periode bijvoorbeeld geleerd dat talentontwikkeling vraagt meer afstand te nemen van de druk van produceren en presenteren. Dat heeft geleid tot de keuze om in de komende periode te werken met meer schrijvers en makers in korte trajecten en dit los te koppelen van een tournee. De commissie vindt dat een daaruit logisch voortkomende stap.
De Toneelmakerij heeft als onderdeel van de visie op de bedrijfsvoering ook een visie op duurzaamheid geformuleerd en neemt deel aan een pilot van het Theatre Green Book ten aanzien van duurzaam produceren. Daarin is de organisatie volgens de commissie een voorloper.
De Toneelmakerij reflecteert kort en bondig op hoe de Governance Code Cultuur wordt gehanteerd. De organisatie zorgt volgens de commissie overtuigend voor actieve betrokkenheid van de raad van toezicht ook door informele ontmoetingen te
stimuleren. Het gezelschap besteedt veel aandacht aan de toepassing van de Fair Practice Code: zij beloont volgens fair pay en hanteert de cao Toneel en Dans voor medewerkers en zzp’ers. Tevens is er veel ruimte voor ontwikkeling van medewerkers; waarbij de commissie positief vindt dat medewerkers zonder vakopleiding of van buiten de sector extra inwerk- en begeleidingsuren krijgen.
De commissie constateert dat op gebied van sociale veiligheid adequate maatregelen en voorzieningen zijn getroffen. Er is er een handboek, een vertrouwenspersoon en een intimiteitscoach en met het oog op de werkdruk hanteert de organisatie een zomerstop.
De commissie vindt dat uit het plan een sterk risicobewustzijn spreekt en dat de organisatie scherp stuurt op risicobeheersing. De Toneelmakerij houdt er bijvoorbeeld rekening mee dat de activiteiten worden verminderd wanneer het team voor een productie niet op sterkte is.
De commissie heeft er op basis van het plan en het trackrecord vertrouwen in dat de voorgenomen activiteiten organisatorisch uitvoerbaar zijn. De commissie vindt dat er sprake is van een organisatie met een sterke directie en duidelijk op gespecialiseerde taken ingerichte teams met een passende omvang voor de voorgenomen activiteiten. Daarnaast constateert de commissie dat de Toneelmakerij de komende periode werkt met diverse sterke samenwerkingspartners en coproducenten zoals Bijlmer Parktheater, De Krakeling, DOX en ROSE stories.
De commissie heeft er eveneens vertrouwen in dat het plan financieel uitvoerbaar is. De financiële huishouding is op orde. Blijkens de balans is er een eigen vermogenspositie waarmee financiële tegenvallers kunnen worden opgevangen. De commissie leest dat de Toneelmakerij bestemmingsreserves heeft voor de grote-zaalproductie, het verduurzamen van de organisatie en voor talentontwikkeling. De commissie vindt dit in beginsel positief, maar kan uit het plan niet opmaken of het bedrag dat bijvoorbeeld voor talentontwikkeling is gereserveerd ook toereikend is om alle kosten te dekken.
De begroting vindt de commissie realistisch en passend bij het plan. De commissie constateert dat de begroting stijgt ten opzichte van voorgaande periode en vindt dit duidelijk onderbouwd: er is sprake van hogere materiële lasten doordat productiekosten zijn gestegen, mede als gevolg van het kostbare gebruik van innovatieve technologie in de voorstellingen, en doordat de personele lasten stijgen als gevolg van een reparatie in de cao.
De commissie vindt dat er sprake is van een passende financieringsmix, met diverse inkomstenbronnen, zoals publieksinkomsten, bijdragen van coproducenten en private middelen, waarmee risico’s worden gespreid.
Conclusie
De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van de Toneelmakerij te honoreren met het gevraagde bedrag van € 1.110.564 per jaar.
De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Theater.