Dadodans
Inleiding
Onder leiding van choreograaf en artistiek leider Gaia Gonnelli brengt Stichting Dado (hierna: Dadodans) dansvoorstellingen voor de allerjongsten (0-8 jaar) en hun begeleiders. In deze voorstellingen vloeien, naar eigen zeggen, performance, beeld en muziek samen en prikkelen zij de verbeelding en zintuigen van het publiek. De voorstellingen spelen in kleine theaterzalen en op scholen, zowel in Amsterdam als landelijk en internationaal. Muzikale, beeldende en zintuiglijke elementen, evenals het werken met tastbare materialen, zijn voor Dadodans wezenlijke artistieke uitgangspunten. De voorstellingen zijn abstract en kennen geen verhalend karakter, maar hebben volgens Dadodans altijd een dramaturgische opbouw met choreografische en inhoudelijke ontwikkeling. Dadodans beoogt openheid en authenticiteit in het contact met het publiek, waarbij interactiviteit een belangrijk element is.
Dadodans richt zich in de periode 2025-2028 op de verdere ontwikkeling van haar artistieke signatuur, het overdragen van kennis aan nieuwe generaties jeugddansmakers en het presenteren van voorstellingen aan diverse kinderen en begeleiders, ongeacht hun achtergrond of ontwikkeling. Internationalisering staat centraal met samenwerkingen en tournees wereldwijd. Daarnaast wil Dadodans ook investeren in zichtbaarheid in Amsterdam met schoolvoorstellingen en vrije voorstellingen. Er worden vier nieuwe voorstellingen geproduceerd, te weten: LiCHT (2+), LuCHT (0+), AaRDe (3+) van Gaia Gonnelli en het locatieproject BuiTeN (0-100) van nieuwe maker Candela Murillo. LiCHT is een samenwerking met Festival El Petit in Spanje. LuCHT is een coproductie met het Utrechtse muzikanten collectief Frisse
Oren. BuiTeN wordt ontwikkeld met vooronderzoek bij de zomerresidentie van het Plein Theater in Amsterdam. Thema's voor de nieuwe projecten zijn geïnspireerd door natuurlijke elementen. Daarnaast voert Dadodans reprises uit van zowel nieuwe producties als het repertoire, waaronder NaCHT, KoKeRS, KLeuR+ en het schoolproject TocCO. Het project dansWEB, samen met de Nederlandse Dansdagen, wordt ingezet voor verdieping en uitbreiding van het aanbod voor speciaal onderwijs.
Dadodans ontvangt een vierjarige subsidie 2021-2024 binnen het Kunstenplan van € 109.285 per jaar (incl. indexatie 2024).
Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 125.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.
Artistiek belang
De commissie beoordeelt het artistiek belang als voldoende.
De commissie vindt dat Dadodans een herkenbare artistieke signatuur heeft. Dadodans maakt abstracte voorstellingen voor kinderen, waarbij het ontdekken van zintuigen en lichamelijkheid op een speelse interactieve en interdisciplinaire manier centraal staat. De commissie herkent interdisciplinariteit, interactiviteit en eigenheid in de danstaal. Dit zijn volgens haar cruciale onderdelen van de artistieke signatuur van Dadodans. De commissie ziet de vertaling van de artistieke signatuur terug in de thematiek van de voorgenomen producties. Het thema natuur biedt volgens de commissie mogelijkheden voor de artistieke vertaling van het zintuiglijke uitgangspunt van Dadodans.
De commissie vindt de vertaling van de artistieke signatuur in de beschrijving van de producties LiCHT (2+), LuCHT (0+), AaRDe (3+) en het locatieproject BuiTeN (0-100) van nieuwe maker Candela Murillo echter onvoldoende terug, omdat ze geen duidelijke dramaturgische lijn in de beschrijving van de producties leest. Het plan geeft vooral zicht op de vorm, maar er wordt volgens de commissie te weinig een beeld geschapen van hoe de vertaling van het thema eruit komt te zien in de voorstelling. Hierdoor is de commissie nog niet overtuigd dat dit leidt tot voorstellingen die tot de verbeelding spreken.
Dadodans geeft aan dat Gaia Gonnelli zich de afgelopen periode artistiek heeft ontwikkeld waar het gaat om het verwerken van interactie en immersiviteit in de voorstellingen. De commissie had graag in het plan teruggezien met welke elementen ze daarbij in de komende periode voortbouwt op deze artistieke ontwikkeling. Nu kan zij namelijk voor dit onderdeel niet beoordelen of de voorgestelde activiteiten logisch voortbouwen op de artistiek-inhoudelijke ontwikkeling van Dadodans in afgelopen periode. De commissie waardeert daarnaast wel dat Dadodans artistiek voortbouwt door Candela Murillo, die als performer al bij Dadodans betrokken was, de komende periode de kans te geven een productie te maken.
De commissie vindt dat de voorstellingen artistieke betekenis voor het jonge publiek hebben door de combinatie van verschillende disciplines. Het werk is zintuiglijk en het gaat over herkenbare onderwerpen met beeldende, muzikale en danselementen die op een toegankelijke en abstracte manier worden gebracht. Het is de commissie duidelijk dat Dadodans hiermee interactiviteit wil bewerkstelligen bij het publiek. De commissie vindt het verfrissend dat Dadodans ‘natuur’ als overkoepelend thema neemt voor deze jonge generatie. De commissie vindt dat het thema de mogelijkheid biedt voor educatie en daarnaast een tot de verbeelding sprekend tegenwicht biedt aan het internet en AI. Interactie op de vloer tussen performers en publiek is belangrijk in het werk van Gonnelli en Dadodans wil naar eigen zeggen de komende periode daarnaast nog meer immersief gaan werken. Hiermee wordt de voorstelling volgens Dadodans een beleving die artistieke betekenis zal hebben voor de jonge doelgroep en diens ouders.
Dat herkent de commissie bijvoorbeeld in de productie LiCHT (2+), waar publiek aan twee zijden van het speelveld wordt geplaatst, met spiegels, waarin ze afwisselend de performers, zichzelf en elkaar kunnen zien. De commissie vindt deze manier van presenteren origineel en interessant. Dadodans geeft aan in de komende periode uit te breiden in het maken van voorstellingen voor de allerjongsten: 0-2 jaar. Daarbij merkt Dadodans op dat deze doelgroep wellicht anders reageert dan peuters en kleuters en ze meer onderzoek gaat doen naar hoe de inhoud hierop aan te sluiten. Een specifiek plan van aanpak hiervoor ontbreekt volgens de commissie nog, waardoor zij geen zicht heeft op de artistieke betekenis van de activiteiten voor deze specifieke doelgroep. De artistieke betekenis voor de buurt of stad vindt de commissie beperkt. Dadodans zegt zich bijvoorbeeld ook te richten op het scholencircuit met haar voorstellingen. Dit kan volgens de commissie een inhoudelijke impact hebben op de stad of buurt. Dadodans heeft in de afgelopen periode contact gelegd met scholen voor speciaal onderwijs, maar de intentie om met de scholen in de stad samen te werken en zo impact te maken in de stad of buurt ziet de commissie niet terug in een concrete aanpak hiervoor. Hierdoor vindt de commissie de artistieke betekenis voor de buurt of stad nog niet overtuigend.
Belang voor de stad
De commissie beoordeelt het belang voor de stad als voldoende.
Het plan geeft een duidelijke en onderbouwde visie op het bereik in de stad. De commissie vindt dat de doelgroepen in algemene zin duidelijk zijn geformuleerd en goed passen bij de activiteiten. Dadodans richt zich op kinderen van 0-8 jaar, hun ouders/verzorgers en grootouders. In het plan worden op verschillende plekken ook kort doelgroepen aangestipt van 0-2 jaar en groep 1&2 en 3&4, maar dit had volgens de commissie duidelijker gespecificeerd kunnen worden per doelgroep. De commissie vindt het overtuigend dat Dadodans haar jonge publiek bereikt via de volwassenen in hun omgeving: ouders, begeleiders en leerkrachten. Dit jonge publiek is namelijk afhankelijk van de volwassenen in hun omgeving.
De aard en de omvang van het publieksbereik in de stad past bij de aard van de activiteiten. De marketingaanpak voor de vrije voorstellingen verloopt vooral via partners, theaters en programmeurs in de stad, hetgeen de commissie passend vindt voor de kleine omvang van de organisatie. Daarnaast is de afgelopen periode een datagedreven aanpak geïmplementeerd voor het werven van publiek, waarbij publieksonderzoek bepaalt op welke doelgroepen Dadodans zich richt. Het inzicht in bezoekersgedrag wordt de komende periode verder ingezet in de marketingaanpak, al is nog niet zo duidelijk hoe dit gebeurt.
Tevens is er inzet op online advertenties en socialmediacampagnes. Dadodans gebruikt daarnaast zoekwoordenonderzoek om de website beter vindbaar te maken. De commissie is nog niet overtuigd dat met de inzet op meer online zichtbaarheid dit ook vanzelfsprekend en automatisch leidt tot daadwerkelijk meer bereik. Onder meer via partners in het bestaande netwerk en middels contact met cultuurmakelaars wil Dadodans bouwen aan een eigen netwerk van scholen binnen Amsterdam. Dadodans biedt schoolvoorstellingen aan met een aanvullend educatief pakket voor de onderbouw. Jeugdtheaterbureau Vanaf2 doet de verkoop. Dit vindt de commissie een passende partner met betrekking tot de aanpak voor het bereiken van de doelgroep kinderen. Dadodans zegt het netwerk van scholen uit te willen breiden door samen te willen werken met Broedplaats de Vlugt. Hier wil Dadodans try-outs realiseren. Tevens legt ze contact met Mocca Expertisenetwerk Cultuureducatie en neemt ze deel aan de informatiemarkt die Mocca organiseert. De commissie vindt dat Dadodans hiermee een te beperkt netwerk in de stad heeft om de komende periode daadwerkelijk substantieel meer scholen actief te benaderen en te bereiken.
De bijdrage van Dadodans aan de spreiding van het culturele aanbod en publieksbereik in de stadsdelen Nieuw-West en Zuidoost worden door de commissie als positief gezien. Dadodans geeft aan actief te zijn in Noord, Zuidoost en NieuwWest. In Nieuw-West speelt Dadodans in Meervaart Theater en in Zuidoost in het Bijlmer Parktheater. Dadodans heeft Nieuw-West als focuspunt, vanwege de samenwerking met Broedplaats De Vlugt waar try-outs plaatsvinden voor scholen en buurtbewoners. Daarnaast voert Dadodans ook projecten uit bij scholen in NieuwWest. Dadodans gaat dit komende periode naar eigen zeggen ook in Zuidoost doen. Er is volgens Dadodans al contact gelegd met een SBO-school, maar de commissie vindt dit nog vrij intentioneel om te kunnen spreken over een overtuigend draagvlak voor deze activiteit in Zuidoost. Ook over het draagvlak voor de spreiding van activiteiten en bezoek in Noord ziet de commissie geen onderbouwing terug.
Diversiteit & inclusie
De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als onvoldoende.
Een overkoepelende visie op diversiteit en inclusie is in het plan niet te lezen. Wel heeft Dadodans een beleidsscan gemaakt en deze toegepast op alle onderdelen van de Code Diversiteit en Inclusie: programma, publiek, personeel en partners. Op basis hiervan wil de organisatie vervolggesprekken voeren binnen de organisatie om tot concrete doelstellingen te komen. Dit uitgangspunt vindt de commissie positief, maar concrete doelstellingen zijn daarmee nu nog niet in het plan te lezen. Zij ziet slechts algemene intenties van Dadodans om zich verder te verdiepen in nieuw publiek, nieuwe partners en inzet op meer inclusie op de werkvloer. Het plan geeft niet aan op welk thema of welke thema’s Dadodans zich wil richten (culturele diversiteit, diversiteit in de zin van gender en seksualiteit, bijdragen aan sociaal-economische kansengelijkheid of het vergroten van de toegankelijkheid voor mensen met een beperking).
Dadodans reflecteert kort dat er in de voorgaande periode meer aandacht is besteed aan spelen voor speciaal onderwijs en dat er door samenwerking met scholen in Nieuw-West meer diversiteit is ontstaan in publiek. De commissie vindt deze behaalde resultaten in de afgelopen periode zeer beperkt en enkel in indirecte zin bijdragen aan diversiteit.
De commissie ziet geen concreet plan van aanpak op het gebied van diversiteit en inclusie. Een positieve noot is dat er komende periode een budget is opgenomen voor diversiteit en inclusie in de meerjarenbegroting. Dadodans is van plan om trainingen te volgen, een critical friend te betrekken en potentiële partners op dit gebied in kaart te gaan brengen. De commissie vindt dit eerste kleine aanzetten, maar een concreet plan van aanpak op gebied van aanbod, bereik en organisatie en inzicht in denkrichtingen ziet de commissie niet.
Uitvoerbaarheid
De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende.
De commissie is van mening dat uit het plan een overtuigende visie op de bedrijfsvoering spreekt. Dadodans geeft in het plan aan hoe zij om wil gaan met mensen en middelen. Dadodans geeft aan in afgelopen periode uitgegroeid te zijn van een projectorganisatie naar een structureel werkende organisatie met een uitgebouwd kernteam. De bedrijfsvoering voor komende periode vloeit hier logisch uit voort. In het kader van fair practice en het beter in de hand houden van de werkdruk zet Dadodans in op versteviging van het team. De commissie vindt dit een goede ontwikkeling. Hoe de Governance Code Cultuur en de Fair Practice Code worden nageleefd is in algemene zin in het plan uiteengezet. Specifieke aandachtspunten voor de komende periode zijn niet genoemd. De organisatie volgt de cao Toneel en Dans en heeft oog voor mogelijkheden tot scholing voor medewerkers. De commissie had graag een concretere invulling van de toepassing van de Fair Practice Code voor de komende periode gezien.
Er is in het kader van sociale veiligheid een protocol veilige omgangsvormen opgesteld dat jaarlijks wordt besproken. Een externe vertrouwenspersoon is er nog niet, maar Dadodans is bezig deze aan te stellen. Dit vindt de commissie een goede stap, temeer daar Dadodans zich op een jonge doelgroep richt en ook op scholen werkt. Risico’s op organisatorisch vlak worden in de toelichting op de begroting in beeld gebracht en er is aangegeven hoe met de kwetsbaarheid van de kleine organisatie wordt omgegaan. Bijvoorbeeld door het werken met dubbele casts zodat er meer inzet mogelijk is bij uitval van dansers en technici. De commissie vindt dit op zichzelf een realistische maatregel, maar had daarbij ook willen zien welke financiële risico’s dit met zich meebrengt. Reflectie op risico’s ten aanzien van financiële huishouding van de organisatie ontbreekt volgens haar.
De commissie vindt het plan realistisch en uitvoerbaar in organisatorische zin. Het aantal fte dat voor komende periode wordt beoogd, vindt de commissie passend bij de omvang en aard van de activiteiten. De organisatorische versterkingen die worden ingezet, zijn volgens de commissie voldoende onderbouwd in het plan. De komende periode krijgt het kernteam meer fte, vanwege lessen die zijn getrokken uit de voorgaande periode, waarin de werkdruk te hoog lag. Dat vindt de commissie een passende investering in de organisatie.
Dadodans gaat zich richten op meer onderzoek per project. Dit kost tijd en geld. De organisatie kiest ervoor om te investeren in het team en in kwaliteit en bestendigt daarmee het activiteitenniveau. De commissie vindt dat een realistische keuze die past bij de geplande activiteiten.
De organisatie heeft volgens de commissie de financiële huishouding op orde om het plan te dragen. Baten en lasten in de begroting passen goed bij het plan en bij de verdere professionalisering van de organisatie. Er is een stijging in personele lasten te zien, de commissie begrijpt dit vanuit de gewenste versterking van het kernteam, maar de commissie vindt deze stijging over het geheel genomen niet voldoende gespecificeerd om te beoordelen of dit passend is.
In de komende periode komen er meer verschillende interdisciplinaire coproducties en samenwerkingen, waarbij de cast met dansers en live-musici wordt vergroot. De commissie ziet deze vergroting van de cast niet goed onderbouwd in het plan. Deze keuze heeft ook tot gevolg dat de activiteitenlasten ‘personeel voorbereiding’ hoger uitvallen dan voorgaande periode en de producties daarmee duurder worden. Dit terwijl er niet meer publieksinkomsten tegenover staan. Dit vindt de commissie niet realistisch en tevens risicovol.
Er is met bijdragen van publieke fondsen, private fondsen, publieksinkomsten en coproductiebijdragen volgens de commissie een goede financieringsmix. Hiermee verspreidt Dadodans de risico’s. De commissie merkt daarbij wel op dat de hogere afhankelijkheid van publieke subsidies niet geheel in verhouding is met de publieksinkomsten die komende periode worden verwacht.
Conclusie
De commissie adviseert de aanvraag van Dadodans niet te honoreren omdat deze tien of minder punten heeft behaald.
De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Dans.