Cappella Amsterdam

Muziek en muziektheater
Aangevraagd: € 155.000
Toegekend: € 0

Inleiding

Cappella Amsterdam is een professioneel kamerkoor met een repertoire dat reikt van middeleeuwse tot hedendaagse koormuziek, dat ruim vijftig jaar bestaat. De klank kenmerkt zich naar eigen zeggen door transparantie, puurheid en homogeniteit. Cappella Amsterdam oriënteert zich actief op andere zalen dan de reguliere theaters en andere doelgroepen, om op toegankelijke wijze diversiteit en inclusie binnen de culturele sector te bevorderen. Door samenwerkingen met partners als het

Amsterdams Andalusisch Orkest en Sami Yusuf en met de producties alBahr en Cuba heeft Cappella Amsterdam haar eigen repertoire verbreed en naar eigen zeggen ook het klassieke aanbod in de Nederlandse muziekzalen. Verder geeft het koor vorm aan talentontwikkeling. Het koor was een initiatiefnemer van de ontwikkeling van de cao Muziekensembles die Cappella Amsterdam sinds 1 januari 2023 volgt. 

In het komende kunstenplan richt Cappella Amsterdam zich op vier programmalijnen. Ten eerste Cappella – Signatures, concerten met koormuziek a capella of begeleid, uitgevoerd door een klein ensemble waarin een breed scala aan kamerkoorrepertoire een podium krijgt. Ten tweede Cappella & Geestverwanten waarbij er onder andere samengewerkt wordt met Dansgroep Zero Dance Theatre, Amsterdams Andalusisch Orkest, Orkest van de 18e eeuw en het Berlage Saxophone Quartet. Ten derde Cappella & De buurt, gericht op het sociale domein, en producties met Female Economy en Calefax in De begrafenisstoet in Nieuw-West en Noord. Ten vierde Cappella & Talentontwikkeling, waarin samengewerkt wordt met Nieuw Vocaal Amsterdam en Meesters en Gezellen.

Cappella Amsterdam ontvangt een vierjarige subsidie 2021-2024 binnen het Kunstenplan van € 128.185 per jaar (incl. indexatie 2024).

Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 155.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.

Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als zeer goed.

De commissie vindt dat er sprake is van een herkenbare artistieke signatuur. Cappella Amsterdam laat volgens de commissie het koorrepertoire in al zijn rijkdom horen, van middeleeuwse tot de meest complexe hedendaagse koormuziek. Hierbij kenmerkt het koor zich door een geheel eigen klank: transparant, puur en homogeen. De eigenwijze manier waarop Cappella Amsterdam hun uitvoeringen brengt is altijd gestoeld op de individuele en collectieve expressie van de zangers. Deze artistieke signatuur wordt volgens de commissie overtuigend vertaald in alle vier de verschillende programmalijnen: Cappella Signatures, Cappella & Geestverwanten, Cappella & De buurt en Cappella & Talentontwikkeling. De commissie ziet de signatuur voornamelijk in de programmalijn Cappella Signatures en bijvoorbeeld het programma Stabat Mater, waarin zowel een nieuwe hedendaagse compositie als barokke composities worden opgevoerd waarmee de koorcanon op dit thema vernieuwd wordt. De commissie vindt de artistieke signatuur tot de verbeelding spreken. Door de helder opgedeelde programmalijnen herkent de commissie een ruim aanbod dat prikkelend, confronterend, maar ook troostend kan zijn. Hierbij spreekt het concert Troost goed tot de verbeelding, waarin wordt gewerkt met een mise en espace waarbij het koor actief onderdeel is van de scène.

In het plan reflecteert Cappella Amsterdam enerzijds op de verbreding van de eigen horizon binnen de koorpraktijk met projecten zoals Cantigas en Kafka. Anderzijds ook door een blik te werpen op de canon van a capella-koormuziek en het koor zich opnieuw verdiept in dit kanon. In de afgelopen periode zette het koor de beoogde stap naar meer diversiteit en verbinding in de podiumpraktijk. Met dit uitgangspunt geeft het koor de ambities opnieuw vorm in de komende periode. Zo is enerzijds het experiment een kernwaarde geworden, anderzijds blijft het klassieke koorrepertoire een centrale plaats innemen. De commissie vindt dit goed aansluiten bij de artistiek-inhoudelijke ervaring en ontwikkeling. Daarbij past ook Krista Audere als opvolger van artistiek leider Daniel Reuss. 

De artistieke betekenis voor het publiek en de stad komt duidelijk in het plan naar voren. Cappella Amsterdam wil de koortraditie levend houden en vernieuwen, en brengt een divers programma voor het publiek dat volgens de commissie vanwege het repertoire zowel vertrouwd als uitnodigend en uitdagend is. Aansprekend voor het publiek zijn volgens de commissie de onconventionele vormen van podiumpresentatie en bijzondere samenwerkingen op zowel artistiek als maatschappelijk gebied, wat zorgt voor artistieke impact bij het publiek. Waar het gaat om talentontwikkeling draagt Cappella Amsterdam bij aan de muzikale ontwikkeling van volwassen amateurkoren.

Het koor heeft aanbod ontwikkeld voor amateurkoren binnen en buiten de regio van Amsterdam, waarbij de expertise van de professionele zangers projectmatig wordt ingezet. Dit is volgens de commissie aansprekend voor de deelnemers en brengt tegelijkertijd ook een artistieke interessante ontwikkeling teweeg bij de amateurkoren.

Voor de buurt beoogt Cappella Amsterdam de plaats van kamerkoormuziek in het sociale domein te versterken. Dit gebeurt vanuit de wens om de kracht van Cappella Amsterdam haar muzikaliteit te delen met publiek dat niet snel een concert van het koor bezoekt. Daarom kiest het koor ervoor om de muziek naar de mensen toe te brengen. Dit doet Cappella Amsterdam door onder leiding van een of meerdere zangers van het koor, workshops te geven met als basis de ideeën van de jongeren van Combiwel Buurtwerk. De commissie verwacht dat dit aansprekend is voor deze doelgroep en een artistiek inhoudelijke impact zal hebben op de buurt.  

Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als voldoende.

Uit het plan komt volgens de commissie een duidelijke en onderbouwde visie op het bereik in de stad naar voren. Cappella Amsterdam richt zich op het verbreden van het publiek, met speciale aandacht voor jongere doelgroep en het bevorderen van haar zichtbaarheid. Het koor spreekt van twee primaire doelgroepen, namelijk: de vijftig plus koorliefhebbers en de (jonge) klassieke muziekliefhebber tussen de dertig en vijftig jaar. Deze doelgroepen vindt de commissie helder geformuleerd. 

Een van de redenen dat Capella Amsterdam zich richt op jongere doelgroepen is dat het koor een meer divers samengesteld publiek wil bereiken. Het koor verwacht dat hier grote kansen liggen gezien de diverse samenstelling van jonge inwoners in Amsterdam. De programmalijnen Cappella & De buurt en Cappella & Talentontwikkeling zijn opgezet om nieuw, jong publiek aan te boren. Het plan gaat echter niet specifiek in op wie het nieuwe publiek is dat het koor wil benaderen. De commissie vindt dat de uitwerking van de jongere doelgroepen en de koppeling met de programmalijnen scherper had gekund, zeker gezien de commissie overtuigd is van het inzicht dat het koor in de huidige doelgroepen heeft, onder meer door de inzet van frequente publieksenquêtes. 

Als aanpak trekt Cappella Amsterdam nieuw publiek door onder andere nieuwe speellocaties aan te doen. Daarom is Cappella Amsterdam aanwezig op festivals, zelfs wanneer dit financieel niet kostendekkend is. De commissie vindt dit goed aansluiten bij de ambitie van het koor om haar zichtbaarheid in de stad te vergroten en nieuw publiek te bereiken. Daarnaast zet Cappella Amsterdam enerzijds offline communicatie in met NPO Klassiek en tijdschriften zoals Zing Magazine, Luister en Preludium. Anderzijds richt het zich op online media zoals YouTube, Facebook, Instagram en culturele websites. Daarbij is de commissie ook positief over de podcastsreeks Capella Amsterdam bespreekt, om de bestaande doelgroep te bereiken. De commissie merkt wel op dat het plan voornamelijk de marketingaanpak voor bestaande doelgroepen uitwerkt. Hoe instrumenten voor nieuwe doelgroepen worden ingezet leest de commissie minder goed in het plan. Wel ziet de commissie de potentie van verschillende samenwerkingen. De directie ontmoet meerdere keren per jaar ROC studenten. Op deze manier maakt het gezelschap kennis met jongeren uit een ander milieu. Andersom komen de studenten op plekken waar ze nog nooit geweest zijn, door het bezoeken van projecten. Deze wisselwerking vindt de commissie aansluiten bij de wens om een jonger en diverser publiek te bereiken. Ook de samenwerkingen met Berlage Saxophone Quartet, Amsterdams Andalusisch Orkest en Combiwel Buurtwerk de Pijp vindt de commissie bijdragen aan het bereiken van een diverser samengesteld publiek.         

De meerderheid van het publiek wordt bereikt met activiteiten in stadsdeel Centrum. In samenwerking met Female Economy en Calefax trekt Cappella Amsterdam wel de wijken in voor een verbindend project over het delen van collectieve afscheidsrituelen: De Begrafenisstoet. Dit doen ze op drie plekken in Amsterdam, te weten in de stadsdelen Noord, Nieuw-West en een slotmanifestatie met alle wijkdeelnemers in het Muziekgebouw aan ‘t IJ. Cappella Amsterdam draagt bij door lokale zangers te werven en te coachen. De commissie is van mening dat dit project enigszins bijdraagt aan de spreiding van het culturele aanbod en publieksbereik in Nieuw-West en Noord. Het past volgens de commissie binnen de programmalijn Cappella & De buurt, maar het plan gaat niet sterk in op wat de intrinsieke motivatie is achter dit project in deze stadsdelen, zoals dit wel bij de andere projecten binnen deze lijn helder is. Een inhoudelijke onderbouwing van het doel en de beoogde resultaten had het belang voor de commissie kunnen verduidelijken. De commissie vindt dat het plan niet duidelijk maakt wat en op welke manier Cappella Amsterdam in verbinding staat met de buurt in de genoemde stadsdelen, en wat het draagvlak is. De voornemens vindt de commissie op zichzelf wel passend en haalbaar. Cappella Amsterdam is ervaren genoeg in buurt projecten, zoals ze in stadsdeel Zuid gewend zijn te doen. De samenwerking met Female Economy draagt bij aan de haalbaarheid in het werken met gemeenschappen in andere wijken en stadsdelen. 

Diversiteit & Inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als zwak.

Uit het plan spreekt een beperkte visie op diversiteit en inclusie. Cappella Amsterdam streeft naar een inclusieve omgeving en werkwijze waarin iedereen zich gewaardeerd en vertegenwoordigd voelt. De commissie waardeert dit uitgangspunt, maar Capella Amsterdam beperkt zich in het plan tot een visie op het aanbod en publieksbereik. Een visie op de eigen organisatie leest de commissie niet terug. Het plan gaat niet in op concrete doelstellingen waardoor de commissie niet kan opmaken of de nieuwe inspanningen op dit gebied voortvloeien uit de ervaring in de afgelopen periode. Het plan gaat in op de keuzes als het gaat om het aanbod en het bereik van mensen. Cappella Amsterdam streeft ernaar in de keuze van repertoire nadrukkelijk ruimte te maken voor de stem van vrouwelijke componisten en dirigenten. De commissie vindt dit een duidelijke en gemotiveerde keuze. Bij het publieksbereik kiest Cappella Amsterdam met Cappella & De buurt ervoor om de muziek naar nieuwe doelgroepen te brengen in andere zalen dan de reguliere theaters. Als het gaat om de eigen organisatie stelt Cappella Amsterdam dat het koor een smeltkroes is van ruim tien nationaliteiten, wat zorgt voor een divers koor. Het plan gaat hier echter niet verder op in.

De commissie is kritisch dat het plan niet reflecteert op de stappen die voorgaande jaren in het kader van diversiteit en inclusie zijn gezet en op wat de voorlopige resultaten zijn. Het actieplan diversiteit en inclusie dat werd opgesteld voor 2021-2024 was de aangewezen leidraad hiervoor. De commissie leest wel concrete, realistische stappen voor de nabije toekomst, met name om een meer divers aanbod te bewerkstelligen. In de repertoirekeuze en programmalijnen wordt er ruimte gemaakt voor de vrouwelijke stem, met vrouwelijke componisten en dirigenten, zoals Mathilde Wantenaar, Silvia Borzelli, Heide Müller en Krista Audere. In het kader van een meer divers publieksbereik vindt Cappella Amsterdam het kennis nemen van verschillende perspectieven en het aangaan van dialoog belangrijke uitgangspunten. Daartoe gaat Cappella Amsterdam naar andere locaties in verschillende buurten, zoals de Oranjekerk in De Pijp. De commissie is niet van overtuigd dat dit in de praktijk leidt tot een diverser publieksbereik. Ze vindt namelijk dat het plan niet duidelijk maakt wat en op welke manier Cappella Amsterdam in verbinding staat met buurtbewoners, mensen van de kerk en amateurkoren die in de Oranjekerk aanwezig zijn. Het plan wekt de indruk dat er op deze locatie alleen wordt gerepeteerd. Wel vindt de commissie bij het ontwikkelen van concertprogramma’s de keuze in samenwerkingspartners zoals Amsterdams Andalusisch Orkest en Combiwel Buurtwerk de Pijp zinvol, vanwege de kennis en ervaring die zij hebben in het werken met diverse doelgroepen. Het valt de commissie op dat, afgezien van de vermelding van de multinationale samenstelling van het koor, het plan stappen voor meer diversiteit binnen de eigen organisatie niet uitwerkt. 

Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als goed. 

Volgens de commissie spreekt uit het plan een overtuigende visie op bedrijfsvoering. Cappella Amsterdam streeft naar een eerlijke en duurzame uitvoeringspraktijk, waarbij een cultuur van openheid en aanspreekbaarheid geldt. Cappella Amsterdam volgt hierbij onder meer de Governance Code Cultuur. Het bestuur functioneert volgens het bestuursmodel, de voorzitter en leden werken onbezoldigd en sluiten regelmatig aan bij personeelsbijeenkomsten om haar kennis van governance op peil te houden. De commissie vindt dat dit vertrouwen geeft in het bestuur, dat zo een stevige basis biedt voor de organisatie.

Wat betreft Fair Practice volgt Cappella Amsterdam sinds 1 januari 2023 de cao Muziekensembles voor alle medewerkers. Alle zangers werken in loondienst tegen hetzelfde uurloon ongeacht leeftijd of werkervaring. Vanaf het seizoen 2024-2025 werkt Cappella Amsterdam met een kernkoor. Dit is een vaste groep zangers die de basis van het koor vormt en het meest regelmatig zingt. Deze vernieuwing beoogt zangers meer baanzekerheid te bieden. De commissie ziet dat ook deze werkwijze bijdraagt aan fair practice. In het kader van sociale veiligheid is ook sprake van de nodige basisvoorwaarden en nieuwe stappen. Cappella Amsterdam heeft in 2024 een onderzoek naar psycho-sociale arbeidsbelasting gepland onder alle medewerkers, met de intentie dit vervolgens jaarlijks te herhalen. Daarnaast is Cappella Amsterdam aangesloten bij de Stichting Sociale Veiligheid Podiumkunsten (SSVP), is er een externe vertrouwenspersoon aangesteld en een gedragscode vastgesteld en gedeeld met het personeel. 

Cappella Amsterdam reflecteert vooral op de financiële aspecten van de bedrijfsvoering afgelopen periode, maar minder op de organisatorische kant en het team Wel geeft Cappella Amsterdam aan waar het nu staat met de organisatie. Er vinden regelmatig bestuurs- en koorvergaderingen plaats, waarbij een cultuur van openheid en aanspreekbaarheid wordt nagestreefd. Ook op het gebied van verduurzaming zijn doelen gesteld, ondersteund door samenwerkingen met relevante partners in de podiumkunstensector zoals het NAPK en de VSCD. Het plan gaat echter volgens de commissie slechts minimaal in op waar Cappella Amsterdam naartoe wil en hoe de organisatie dit wil doen. Het plan stipt eventuele risico’s aan, zoals het verliezen van de meerjarige subsidie van Ammodo. Een oplossing ziet Cappella Amsterdam in het op projectbasis een beroep doen op andere private fondsen. De commissie vindt dat Cappella Amsterdam risico’s onderkent en hiermee om weet te gaan. 

Het plan acht de commissie uitvoerbaar en realistisch, waarbij ze een kanttekening heeft ten aanzien van de organisatie. Het nagenoeg gelijk houden van het aantal activiteiten, de eerdergenoemde passende samenwerkingspartners en een nieuwe zakelijk directeur geven de commissie vertrouwen. Daarbij versterkt de inzet van het kernkoor de organisatorische uitvoerbaarheid. De keuze om de nieuwe artistieke leider stapsgewijs te betrekken door een voorstelling per jaar onder haar leiding uit de voeren vindt de commissie een passende werkwijze om nieuwe mensen in te werken. Het plan geeft verder weinig informatie over het uitvoerende team, naast het koor, dat een bijdrage levert aan de praktijk. Dit had in het plan verduidelijkt kunnen worden zodat de commissie meer inzicht had gekregen in de uitvoerende organisatie en de mate waarin deze de activiteiten komende jaren kan dragen.

De begroting is volgens de commissie passend en voldoende onderbouwd. Daarbij is er ook een passende en realistische financieringsmix met onder meer publieksinkomsten uit binnen- en buitenland, bijdragen van coproducenten, het vriendenprogramma en subsidie vanuit het Fonds Podiumkunsten. De financiële huishouding vindt de commissie voldoende op orde blijkend uit balans en de toelichting hierop. 

Conclusie

De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van Cappella Amsterdam te honoreren met het gevraagde bedrag van € 155.000 per jaar. De commissie constateert dat er na beoordeling van alle aanvragen onvoldoende budget beschikbaar is om de aanvraag te honoreren. 

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Muziek & Muziektheater.