Arcam

Beeldende kunst en creatieve industrie
Aangevraagd: € 390.000
Toegekend: € 323.032

Inleiding

Stichting Arcam (hierna: Arcam) is naar eigen zeggen hét (enige) centrum voor architectuur in Amsterdam en een ontmoetingsplek voor iedereen die geïnteresseerd is in architectuur, stedenbouw en landschapsontwerp. Arcam belicht actuele stedelijke opgaven en ambities en kijkt naar de rol die de ontwerpers, beleidsmakers, bouwers, opdrachtgevers en gebruikers kunnen en willen spelen bij het vormgeven van de leefomgeving. De programmering van Arcam is volgens de organisatie gefundeerd op de overtuiging dat het gesprek over de stad niet alleen door professionals kan worden gevoerd en dat het betrekken van ervaringsdeskundigen, buurtplatforms en individuele kennis noodzakelijk is om een zinvol antwoord te kunnen vinden op maatschappelijke vraagstukken en complexe transitie-opgaven. Het vaste programma bestaat uit tentoonstellingen, gesprekken, wandelingen en rondleidingen.

Arcam bereikt naar eigen zeggen een brede waaier van Amsterdammers rondom de grote ontwerpopgaven van de regio Amsterdam en verbindt leefwereld en systeemwereld rondom nieuwe opgaven zoals modulaire (hout)bouw, ecologie, sociale inclusie, toegankelijkheid en betaalbaarheid. Arcam wil een onafhankelijk podium bieden en een divers gezelschap van ontwerpers, bouwers, bewoners en gebruikers aan het woord laten. Arcam werkt, volgens de organisatie, samen met een veelheid aan organisaties op alle niveaus.

Alle programma’s van Arcam in de komende periode zijn volgens de organisatie gericht op het slaan van nieuwe bruggen tussen systeemkennis en ervaringskennis. Daarbij is ‘hervertellen’ voor Arcam belangrijk: het opnieuw kijken naar de leefomgeving en de dominante (ruimtelijke) perspectieven daarbinnen.  Op lokaal niveau wisselt Arcam informatie uit via tentoonstellingen, wandelingen, lezingen, de Dag van de Architectuur en de Amsterdamse Architectuurprijs. Binnen de Metropoolregio Amsterdam staat voor Arcam Haven-Stad centraal. In deze grootste stadsinbreiding van Nederland onderzoekt Arcam verschillende (transitie) ontwerpopgaven, zoals veilig wonen, betaalbaar wonen, natuur-inclusiviteit en wonen in hoge dichtheid. Van landelijk belang zijn volgens Arcam de Architect in Residence programma’s, waarin ontwerpers binnen uiteenlopende kennisvelden en in diverse samenstelling nieuwe ontwerpopgaven onderzoeken, zoals de eindigheid van de mensheid, smart city en AI-technologie, en mentale gezondheid in de stad.

Arcam ontvangt een meerjarige subsidie van € 267.399 per jaar binnen het Kunstenplan 2021-2024 (incl. indexatie 2024).

Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 390.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.

Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als goed.

De commissie constateert dat Arcam al ongeveer veertig jaar het kenniscentrum in Amsterdam is op het gebied van architectuur. Voor professionals draagt de organisatie bij aan de professionalisering van het opdrachtgeverschap, agendeert nieuwe onderwerpen in het werkveld en verbindt betrokken partijen. Daarnaast is Arcam er naar eigen zeggen niet alleen voor de professional maar voor iedereen die geïnteresseerd is in architectuur, stedenbouw en landschapsontwerp. 

De commissie is positief over het artistieke belang van Arcam. Uit het plan spreekt volgens de commissie een duidelijke artistieke signatuur. Zo wil Arcam 'vele stemmen in de ontwerpdialoog omtrent architectuur, stedenbouw en landschapsontwerp' betrekken door middel van een mix van ‘laagdrempelige, brede programmering enerzijds en meer op de vakwereld gerichte programma’s anderzijds'. Arcam werkt vanuit de overtuiging dat 'ontwerpers, bouwers, opdrachtgevers en beleidsmakers een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben om maatschappelijke misstanden en complexe transitieopgaven te adresseren en verbeelden.' 

In de aanvraag signaleert Arcam een groeiende kloof tussen mensen en systemen, de leefwereld en de systeemwereld. Arcam wil beide werelden in de komende periode met elkaar in gesprek brengen door het slaan van nieuwe bruggen, de ruimte tussen systeemkennis en ervaringskennis. De commissie onderschrijft het belang van het verkleinen van deze kloof. Systeembrekers is, voor de commissie, daarvoor een uitdagend en relevant thema, sterk gerelateerd aan de urgenties van een hedendaagse stad. Voor het tot stand komen van dit discours ziet Arcam een belangrijke rol voor de makers weggelegd. De activiteiten die Arcam voor het programma Systeembrekers kiest - de presentatieruimte, prijsvraag en discursieve momenten - vindt de commissie voor de professionele deelnemers en bezoekers een goede keuze. De artistieke signatuur van Arcam, op basis van de visie zoals hierboven beschreven, wordt voornamelijk door de makers van de tentoonstellingen bepaald bij het vormgeven van inhoud en presentatie van de activiteiten. De commissie constateert dat deze signatuur overwegend van overtuigende kwaliteit is. 

Deze signatuur is zeer geschikt voor het (pre-)professionele publiek maar is volgens de commissie echter in mindere mate inhoudelijk inspirerend om het gewone publiek, zoals bewoners, aan te trekken. Bij de gedreven maatschappijkritische visie om het systeem te breken en de kloof met de bevolking te slechten, was volgens de commissie een scherpere of meer innovatieve programmering voor deze groep passender geweest. Vanuit de leefwereld van de ervaringsdeskundige bezien, zijn de gekozen thema’s volgens de commissie zeer toepasselijk: kansenongelijkheid, gezondheid en toegankelijkheid. Echter, de commissie constateert dat de artistieke vertaling van de thema’s naar de presentatie in de gekozen activiteiten (exposities, prijsvragen, rondleidingen, discussieavonden en workshops) relatief behoudend is, ondanks de interessante partners die Arcam heeft geselecteerd om voor de komende periode mee samen te werken. De commissie constateert dat Arcam de mogelijkheden niet benut, bij het zoeken naar een passende artistieke vertaling, die geboden worden door een mogelijke koppeling aan de verdere ontwikkeling van de multimediale maquette van Haven-Stad (met Myquette) en de Subjectieve Atlas van Amsterdam.  

In de aanvraag voor de komende periode, zo constateert de commissie, verdeelt Arcam haar focus over de stad en haar ontwerp, stedenbouwkundig beleid en vraagstukken, als ook architectonische kwaliteit en betekenis. De commissie constateert dat door Arcam de ontwerpdialoog breed wordt gevoerd in het Amsterdamse discours en blinde vlekken worden aangetoond, waardoor antwoorden op stedelijke opgaven en ambities uiteindelijk verbeteren. Hiermee trekt Arcam volgens de commissie op een goede en overtuigende wijze een belangrijke rol in Amsterdam naar zich toe, met grote betekenis voor de stad. De commissie is van mening dat het plan de urgenties van Amsterdam met een scherpe kritische blik en welwillendheid analyseert, zodat er anders over deze materie kan worden nagedacht. Deze gedreven intenties zijn, zo constateert de commissie, een logisch gevolg van de positie waarvan uit Arcam urgente/moeilijke onderwerpen over de stad en haar ontwikkeling kan bespreken.  

Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als voldoende.

De doelgroep professionals is helder beschreven en volgens de commissie wordt deze goed bediend in het nieuwe programma. Deze community is trouw aan Arcam en heeft veel expertise om over urgente onderwerpen te spreken. Deze groep, zo constateert de commissie, functioneert voor Arcam als een belangrijk (wederkerig) klankbord. Arcam spreekt tevens in de aanvraag van een ambitie om alle, breed omschreven, doelgroepen in de stad gedurende de periode 2025-2028 te bereiken. De commissie constateert hierbij dat het breder maken van de doelgroepen voor Arcam een risico met zich meebrengt, te weten dat de boodschap generiek wordt en daarmee de duidelijk wel te onderscheiden doelgroepen niet meer aanspreekt. Zo is er voor de ervaringsdeskundige, oftewel de gewone burger, onder meer gekozen voor een laagdrempeligheid van de activiteiten in de vorm van geen entree. De commissie vindt deze visie op het bereik niet overtuigend. Het vraagt volgens de commissie om creativiteit van de makers en affiniteit met de doelgroepen om oplossingen te vinden voor die doelgroepen die nu nog niet bereikt worden. Deze oplossingen zijn echter voor de commissie nog onvoldoende in de aanvraag terug te vinden. Dit vergt mogelijk een programma dat meer gericht is op de verschillende doelgroepen dan nu wordt gepresenteerd. De commissie stelt dat hierbij dat de omvang van het programma Systeembrekers toeneemt, waardoor er voldoende financiering vrijgemaakt zou moeten worden door Arcam om dit te realiseren. Dit vindt de commissie echter onvoldoende terug in het plan en de begroting. De gepresenteerde activiteitentabel van Arcam voorziet wel in een voorzet voor een op maat gemaakte aanpak. In de tabel wordt naast het bereik, ook het doel/effect van elke activiteit geanalyseerd. Dit is volgens de commissie een goede benadering en biedt mogelijk handvatten voor de verdere uitwerking van een meer doelgroep specifiek programma. In dit licht vindt de commissie het wegvallen van het binnenschoolse educatieprogramma betreurenswaardig, maar vanuit capaciteitsoverwegingen een begrijpelijke keuze. Hierdoor beperkt Arcam zich in de mogelijkheden om andere doelgroepen te blijven bereiken en te doen groeien en zo het discours op stedelijk niveau te blijven voeren, ook voor een nieuwe jonge generatie.  

De commissie is overigens onder de indruk van de kwaliteit van de website en het onlineprogramma. Deze draagt bij aan de bereikbaarheid van Arcam voor het bredere publiek, maar dient tegelijkertijd als gedegen toegankelijk actueel informatieplatform voor professional.

Met de programmering What's up zijn in de afgelopen periode in (samenwerking met regionale partijen) en met een breed gezelschap van betrokkenen actuele ontwikkelingen onderzocht; de samensmelting van Amsterdam en Zaanstad, Schiphol en Modelstad Haven-Stad. Thema's die volgens de commissie nog steeds aansprekend en actueel zijn. De ambitie van Arcam om het initiatief te nemen bij het opzetten van een regionaal architectuurpodium en een samenwerkingsverband van regionale partners, dat grensoverstijgende ruimtelijke projecten (Schiphol) structureel onder de aandacht brengt, vindt de commissie een goede zaak. Arcam toont hier bewustzijn om ook buiten de zichzelf gestelde grenzen (Amsterdam) van haar bereik te denken en te handelen door deze ontwikkelingen scherp in de gaten te houden. Hiermee wordt de zichtbaarheid van Arcam vergroot in de regio Amsterdam. Dit heeft een mogelijke positieve invloed op de omvang van het publieksbereik in de toekomst. De commissie beschouwt dit als een voorschot op de ontwikkeling van de Regio Amsterdam als bestuurlijk kader. 

Het merendeel van de activiteiten van Arcam vindt plaats in het centrum. Daarnaast organiseert Arcam evenementen in de hele stad, en daarmee ook in Noord, Zuidoost en Nieuw-West. In het vorige Kunstenplan heeft Arcam het Havengebied/Haven-Stad als aandachtlocatie benoemd. Deze ligt formeel in Nieuw-West. De commissie ziet dat hier nog een taak ligt voor Arcam om de bewoners/ ervaringsdeskundigen uit NieuwWest te betrekken bij het discours over het Havengebied. Hier wordt in de aanvraag geen duidelijke aanpak voor gegeven. Op basis daarvan stelt de commissie vast dat de activiteiten van Arcam enigszins bijdragen aan spreiding van het culturele aanbod in de drie stadsdelen en dat er nog een taak ligt voor het bereiken van het publiek aldaar. 

Diversiteit & inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als voldoende.

Arcam geeft aan een verbindende organisatie te zijn met een grote ambitie om toegankelijk en meerstemmig te zijn. Arcam heeft volgens de commissie in de afgelopen periode stappen gezet op het gebied van diversiteit en inclusie. Zo was er een groot programma gericht op toegankelijkheid van gebouwen en de openbare ruimte en brachten twee Architects in Residence nieuwe perspectieven binnen. Afaina de Jong richtte zich op het perspectief van de vrouw in Feminist City en Lyongo Juliana agendeerde de stad vanuit een cultureel divers perspectief. Arcam poogt hierin een verbindende schakel te zijn, door mensen die meestal niet aan tafel zitten bij de beleidsmakers een stem te geven. De ervaringen van de afgelopen jaren ziet de commissie echter niet vertaald in een duidelijke visie op diversiteit en inclusie. Zij leest dat Arcam direct naar voorbeelden en intenties voor de nieuwe periode schakelt en mist hierin een beschouwende blik. Deze blik vindt zij nodig om een goede analyse, visie en de daaruit volgende doelstellingen te kunnen formuleren. Wel maakt de commissie uit het plan op dat Arcam zich richt op culturele diversiteit, toegankelijkheid, gender en sociaal-economische gelijkheid. De focus die zij legt op diversiteit is bij elk programma aangegeven in een activiteitentabel. De commissie heeft op basis daarvan vertrouwen dat Arcam haar inspanningen op gebied van diversiteit en inclusie voort zal zetten. Ze had het echter beter gevonden als deze focus in meetbare doelstellingen was vertaald. 

De commissie vindt dat er in de uitwerking voldoende concrete stappen zijn, ondanks dat deze niet gekoppeld zijn aan doelstellingen. Zo wordt uit de aanvraag duidelijk waar Arcam nu staat met diversiteit en inclusie bij de activiteiten. Met de Subjectieve Atlas worden sociale opgaven in beeld gebracht, de benadering van de ontwerpopgave verandert in de komende periode door de grotere (culturele) diversiteit van betrokken partijen (vooral de makers) en er is aandacht voor meerstemmigheid en ongehoorde stemmen bij de vervaardiging van de voelmaquette en de update van de architectuurgids. Er zijn concrete stappen op het gebied van kennisoverdracht met de sector over fysieke toegankelijkheid en de commissie ziet maatregelen om de culturele diversiteit te vergroten in de selectiecriteria voor de makers. Ook is er continu aandacht voor toegankelijkheid, queer/safe spaces en meerstemmigheid in het programma. Per activiteit zijn partners genoemd, zoals bijvoorbeeld The Beach en Saundra Williams, met een ingebedde culturele diversiteit. De commissie vindt dat de diversiteit in het programma geborgd is. De aanpak om een meerstemmig publiek te bereiken leunt veel op de partners. Dit vindt de commissie een goed begin, maar ze vindt dat dit vanuit Arcam een grotere inspanning vraagt.

De commissie constateert dat het bevorderen van de (culturele) diversiteit binnen de organisatie inmiddels vorm heeft gekregen in het bestuur. Bij het werven van nieuwe teamleden wordt expliciet gezocht naar perspectieven, zoals culturele diversiteit, die het team kunnen versterken en verbreden. Hierin zijn inmiddels resultaten behaald, met de aanstelling van een nieuw zakelijk leider met een biculturele achtergrond. Ook in de programmaraad is culturele diversiteit ruimer aanwezig. Wat betreft team/organisatie zet Arcam expliciet in op expertise die het perspectief met betrekking tot diversiteit en inclusie in de organisatie kunnen versterken, waaronder externe partners bij de activiteiten. De wijze waarop externe expertise de organisatie bij diversiteit en inclusie gaat helpen, is volgens de commissie echter nog weinig beschreven. 

Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als goed.

De commissie herkent een goede bedrijfsvoering bij Arcam, waarbij de codes voor Good Governance en Fair Practice goed worden toegepast. Er is volgens de commissie sprake van een stevige en duurzame visie met betrekking tot de werkomstandigheden en sociale veiligheid binnen de organisatie. Arcam heeft de afgelopen twee jaar besteed aan het herzien of invoeren van diverse protocollen, zoals ziekteverzuimbeleid, vrijwilligersbeleid en een protocol ongewenste omgangsvormen. Daarnaast is geïnvesteerd in ergonomische voorzieningen op de werkplek. Ook is een externe vertrouwenspersoon aangesteld via ArboNed, waarbij ook toegang is tot een klachtencommissie en overige begeleiding. De vertrouwenspersoon is niet alleen bereikbaar voor kantoormedewerkers, maar ook voor vrijwilligers en andere werkenden binnen Arcam.

Ook constateert de commissie dat er een reservering is voor een opleidingsbudget en aandacht voor het opbouwen van een bestendige relatie met het personeel, onder meer door het opzetten van een gevarieerd loonhuis en de introductie van uitloopfuncties voor meer senior personeel. Hierdoor valt de begroting voor de komende periode hoger uit dan de afgelopen jaren en wordt een hogere subsidie van het AFK gevraagd. Op gebied van bedrijfsvoering is de commissie positief over de ontwikkelingen met betrekking tot fair pay, meer vast personeel en de invoering van een nieuwe, nog niet bestaande, loonschaal voor de senior projectmanager. Hiermee creëert Arcam marktconforme doorstroommogelijkheden binnen de organisatie. Ook de uitbreiding van activiteiten wordt door de commissie positief beoordeeld.

Arcam is voor haar inkomen sterk afhankelijk van subsidies en bijdragen van private en publieke partners. Arcam toont zich in het plan bewust van de risico’s die dit met zich meebrengt: het aandeel subsidiebaten ten opzichte van de eigen inkomsten is groot. Tegelijkertijd ziet Arcam dit als een bewuste keuze en als consequentie van het programma dat in 2025-2028 wordt uitgevoerd, waarbij het bereiken van ongehoorde stemmen en kwetsbare groepen om een toegankelijk platform vraagt. Daarom wordt niet altijd entree gevraagd. Ook maakt, om een gelijkwaardige positie voor ervaringsdeskundigen te garanderen, Arcam voor hen de vergoedingen vrij. Ter compensatie van bovenstaande, onderzoekt Arcam hoe de (financiële) samenwerkingen met private partners verder kunnen worden uitgebouwd binnen het programma. Arcam ziet zelf potentie voor een grotere bijdrage van marktpartijen bij het vervolg van de projecten rondom de Haven-Stad maquette, maar deze zijn nog niet opgenomen in het plan. Hiermee kan volgens de commissie de financieringsmix zeker worden verbeterd. De hogere personele lasten worden volledig in de aanvraag bij het AFK gelegd. Dat vindt de commissie echter niet passend. Arcam is, zo constateert de commissie een financieel gezonde organisatie met de beschikking over een bescheiden reserve als buffer voor tegenvallende resultaten. In de coronajaren is op deze reserve is ingeteerd, maar in de jaren 2022 en 2023 zijn deze weer heropgebouwd met een groei van bijna 15% eind 2022. De commissie acht de uitvoering van het programma als realistisch, waarbij het besef van Arcam dat de financieringsmix verbeterd moet en gaat worden vertrouwen geeft dat het ondernemingsplan goed uitvoerbaar is.

Conclusie

De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van Arcam te gedeeltelijk te honoreren met een bedrag van € 323.032 per jaar. De commissie vindt dat een hogere bijdrage op zijn plaats is gezien de plannen ten aanzien van fair pay, meer vast personeel en de invoering van een nieuwe loonschaal voor de senior projectmanager. De commissie vindt het echter niet reëel om met de gehele verhoging mee te gaan, omdat er onbenutte mogelijkheden zijn ten aanzien van de financiering en financieringsmix van de organisatie. De commissie concludeert dat Arcam een gemiddelde groei beoogt van € 107.266 per jaar. De commissie heeft daarom besloten om 50% van de gemiddelde groei als verhoging op het huidige subsidiebedrag te honoreren. Dat is een verhoging van € 53.633. De commissie stelt daarom het geadviseerde subsidiebedrag op  € 323.032.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Beeldende Kunst en Creatieve Industrie.